Waar of niet waar

Waar.

Volgende zit in het zonnetje te lunchen.

 

Niet waar

De volgende gaat iets leuks doen met vrienden of kennissen.

 

Waar,

De volgende houd van luxe auto's!

 

Niet waar ,

De volgend geniet lekker van het zonnetje .

 

Waar, al was het even bewolkt hier.

Volgende heeft het nieuwe event kalender ontdekt en is er blij mee.

 

Waar!

De volgende peuzelt graag een gebakken eitje.

 

waar

de volgende is met het ontbijt bezig

 

(Bijna) Waar, ben bezig met het op eten van het ontbijt.

Volgende is niet blij met het weer van vanmorgen (natte sneeuw.)

 

Niet waar, hier schijnt de zon.

De volgende gaat vandaag een stukje wandelen.

 

Waar ,

De volgende doet mee aan het fok event .

 

Niet waar.
Heb van t weekend mijn laatste roze werkstal gemaakt, dus nu even pas op de plaats.

De volgende eet vanavond een stampotje.

 

Niet waar,

De volgende is nu al toe aan zomervakantie

 

Niet waar, wel naar de Lente.

De volgende doet niet mee met het vollemaan event.

 

Waar ,

De volgende heeft vanavond lekker gegeten ,

 

Waar.

Volgende gaat zo naar bed.

 

Waar,

De volgende heeft liever warm eten ipv. brood.

 

maak niet uit vind het allemaal lekker

de volgende gaat zo een eind wandelen

 

Niet waar.

Volgende gaat zo aan de lunch beginnen.

 

niet waar

De volgende kan genieten van een goed boek.

 

Niet waar, wel van een goede film.

De volgende vist graag.