Waar of niet waar

(Waarschijnlijk) Niet waar.

Volgende kon vanmorgen niet naar buiten kijken vanwege de dikke mist die er was.

 

Niet waar, heb uitgeslapen.

De volgende is blij met zijn/haar vereniging.

 

Niet waar
De volgende moet morgen werken

 

Niet waar.

Volgende is blij dat de zon weer zijn/haar weg heeft gevonden om te gaan schijnen!

 

Niet waar, die is alweer onder.

De volgende gelooft niet meer in de Paashaas.

 

Waar, namelijk nooit gedaan.

Bij de volgende is het bekend dat er 2 bonuscodes vrij zijn gegeven vandaag.

 

Waar.

De volgende is blij dat de gladheid weg is.

 

Waar.

Volgende weet nog niet wat hij/zij gaat doen in het weekend.

 

Niet waar, zaterdag gezellige avond van de carnavalsvereniging!

De volgende houdt van carnaval.

 

Niet waar.

Volgende heeft het nieuwe event kalender al in gezien.

 

Niet waar, rent er nu naar toe.

Volgende voelt zich happy.

 

Niet waar: heb covid

De volgende viert geen valentijnsdag.

 

Waar, en off topic sterkte.

Volgende hoopt bij cadeau/ruil event weer leuke dingen aan de haak te slaan.

 

Waar.

De volgende is vandaag nat geworden.

 

niet waar

de volgende moet nog bedenken wat ze gaan eten

 

waar

De volgende vindt spinazie best lekker.

 

waar lekker bij vis

de volgende lust geen oesters

 

Geen idee, heb ze nog nooit gegeten.

De volgende zit met smart te wachten totdat het carnavals-event begint.

 

Niet waar ,

De volgende moet zo naar fisio

 

Niet waar

De volgende heeft zin in het weekend!