Waar of niet waar

Waar.

Volgende vind het jammer dat het weekend bijna voorbij is.

 

waar

De volgende heeft de afgelopen maand vrijwilligerswerk gedaan.

 

niet waar

de volgend kijk tv

 

waar (middag nieuws )

de volgende maakt voorbereidingen voor het event ( het hart van de zee )

 

Niet waar , doe niet mee ,

De volgende is lekker in zijn of haar tuin bezig .

 

niet waar (heb geen tuin )

de volgende zit lekker op zijn terras

 

Niet waar, heb geen terras.

Volgende hoopt dat de temperatuur snel (voor zowel overdag als s'nachts) naar beneden gaat.

 

Waar ,

De volgende zit lekker aan een biertje

 

Niet waar.

Volgende heeft net een lekker ijsje gegeten.

 

Niet waar , mij te koud hier .


De volgende maakt er vandaag lekker een luie dag van .

 

Waar.

Volgende gaat komende week het rustig aan doen, vanwege het warme weer dat voorspeld wordt.

 

Waar ,

De volgende gaat vanavond vroeg naar bed .

 

Niet waar, is dan nog veel ste warm in huis.

Volgende zit aan een lekker ijsje met dit warme weer.

 

Niet waar ,

De volgende zit lekker te eten .

 

Niet waar

De volgende heeft een huisdier.

 

Niet waar ,

De volgende geniet van de regen hihihi

 

Niet waar, zowaar schijnt het zonnetje hier.

Volgende gaat de komende dagen geen voetbal op tv kijken.

 

waar

de volgende heeft een dag vrij

 

Niet Waar , ben altijd vrij.

Volgende gaat morgen lekker uit eten bij de wok.

 

niet waar afgelopen zondag pas uit eten geweest

de volgende moet zo oogste