Drie plaatjes - één verhaaltje (3) - Er was eens.........

We gaan hier met zijn allen een verhaal schrijven.

Als inspiratie gebruiken we de plaatjes van onze boerderij.
Wij maken een voorzetje en jullie mogen dit gaan aanvullen.
Het streven is om dit verhaal na 2 weken af te sluiten maar als het iets langer is vormt dat ook geen probleem.

In principe is het verhaal met 3 plaatjes maar het moment waarop die alle 3 verschijnen kan per verhaal verschillen.
k kan het voorkomen dat we nog een extra plaatje toevoegen gedurende het verhaal.

Ieder stukje moet aansluiten bij het voorgaande en moet minimaal 2 regels zijn en maximaal 5.
Dan is de volgende weer aan de beurt. Natuurlijk mag je daarna weer gewoon een nieuw stukje toevoegen.

Jullie gastvrouwen in dit draadje zijn: Catje78, miekekoning en enk52

 

Er was eens..................



Er was eens een wasbeer die heel alleen in een bos woonde. Hij wilde wel graag vriendjes en besloot op zoek te gaan.
Hij had veel lawaai gehoord en dacht daar is misschien wel iemand. Dus wandelde hij in de richting waar hij het geluid gehoord had...

 

‘Omdat ik alleen op de wereld ben en geen vrienden heb moet niet iedereen meteen gaan denken dat ik dom ben. Ik, wasbeer, weet best wat een vliegtuig is. En kijk! Er is er één geland midden in mijn territorium. Zal ik hem wegjagen of vertel ik hem hoe eenzaam ik me voel. Hoe ik al jarenlang verlang naar vriendjes om mee te babbelen en te knabbelen. Om mee te spelen en ons vervelen, om mee te rollen en te dollen. Zou ik mee mogen in dat vliegtuig op zoek naar vriendjes? Een nee heb ik al en een ja kan ik krijgen. Ik waag het erop.’

 

Wasbeer liep naar het vliegtuig en klopte beleefd op het raampje. De piloot draaide het raampje open en wasbeer vroeg of hij mee kon naar een andere plek waar hij vriendjes kon ontmoeten. 'Kan niet,' zei de piloot, 'benzine is op want anders was ik hier niet geland hoor. Hier valt niet veel te beleven, niet waar?' 'Nee,' zei wasbeer beteuterd, 'het is hier maar een saaie boel.' De piloot wou wasbeer wel helpen en samen zochten ze naar een oplossing.

 

Wasbeer stelde voor om het vliegtuig te duwen tot aan het dichtstbijzijnde benzinestation. ‘Goed idee,’ zei de piloot, ‘jij duwt, ik stuur.’ Maar wasbeer vond dat het beter andersom kon omdat piloot groter en sterker was. Zo gebeurde het dan ook en piloot duwde uit alle macht aan het vliegtuig dat stilaan op gang kwam. Eens zo’n gevaarte aan het rollen is, is het verder een fluitje van een cent. In de verte zagen ze plots een boerderij. Wasbeer klopte aan en vroeg de boer of die toevallig een blik benzine in zijn schuur had. Ja, dat had die en ze kregen die op één voorwaarde. 'Zodra je weer kan vliegen, haal dan mijn knechten van dat eiland!'

 

Ze gingen akkoord met de deal en goten de brandstof in het vliegtuig. ‘ Gaan we eerst die knechten…?’ ‘Nee, dat doen we later wel.’ Wasbeer wou zo snel mogelijk ergens naartoe waar hij vrienden kon maken’ Piloot wist een goede plek waar wasbeer vast veel vriendjes zou ontmoeten en hij vloog naar de dierentuin.

 

Hoewel de wasbeer in de dierentuin een heleboel beesten zag zoals een krokodil, een kolibrie en een lama wilde er niemand zijn vriendje worden.En hij had het nog wel zo lief gevraagd. geen probleem zijn de piloot er zijn nog wel meer plekjes weer dieren wonen, we vliegen gewoon weer verder.

 

Ze kwamen bij een grote vijver. In het heldere water zagen ze ontelbare vissen zwemmen. Wasbeer liep naar de oever, stak zijn hoofd in het water en zei: ‘Blub.’ ‘Nee, antwoorden de vissen, ‘wij kunnen niet vriendjes met je worden en met je komen spelen, want dan gaan we dood. Wij zijn gedoemd om ons hele leven in het water te blijven. Jammer.’ Wat een teleurstelling. Wasbeer werd er moedeloos van maar de piloot wist hem te troosten. ‘We zoeken gewoon verder tot we iemand gevonden hebben die met je wil spelen.’

 

'Maar,' zei de piloot, 'we gaan eerst die twee knechten van de boer ophalen. Dat zijn we hem verschuldigd. En misschien is daar wel iemand die je vriend wil worden.' Dat vond wasbeertje goed en ze zette koers naar het zonovergoten eiland.

 

Toen ze het eiland dichterbij zagen komen, zagen ze ook een boomhut, zouden daar vriendjes voor de wasbeer in zitten?
Verder stonden er twee figuurtjes opgelucht te zwaaien: de knechten. Hoe leuk vakantie ook was ze verlangden ook wel weer terug naar de boerderij.

 

Was beer ging gauw even rondkijken en zag daar een prachtig konijn en een geit en wat was dat andere toch voor dier.
Zou hij het aandurven om erheen te lopen en te vragen of hun vriendjes wilden worden? Ondertussen zou de piloot de twee knechten terug brengen naar de boer en weer naar wasbeer toe komen.

 

Wasbeer zag een rood geruit dekentje op het gras en daarop was voedsel op uitgestald. De drie vrienden genoten zichtbaar van de gezellige picknick. Wasbeer was niet gewend om met anderen om te gaan en in plaats van ze aan te spreken, verstopte hij zich achter een struik. Konijn zette een bordje neer en stiekem nam wasbeer het weer weg. Dat deed hij een aantal keren tot de drie vrienden het beu werden. ‘Zo,’ zei het konijn, ‘kom je onze picknick verstoren? Wat is de bedoeling hiervan?’ ‘Ik wil vrienden met jullie worden,’ zei Wasbeer. Konijn zei dat het op deze manier niet ging lukken.

 

Wat jij doet is plagen Wasbeer. Als je je niet gedraagt kun je beter hier weggaan.
Wasbeer liet konijn en de anderen schrikken door heel hard te gaan huilen, snik snotter snuf grote dikke tranen.
Zo bedoelde ik dat niet ik durf jullie niet goed te storen. Dat vind ik eng.

 

Ondertussen was ook de piloot teruggekomen, nadat hij de twee knechtjes veilig had weggebracht. k hij schrok van de grote dikke tranen van wasbeer. Hijdacht ik moet wasbeer helpen om over zijn verlegenheid heen te komen zodat ze allemaal vriendjes worden.

 

De piloot had gemerkt dat er wat verderop een boomhut was en hij had daar beweging gezien. 'Zullen we daar eens naartoe gaan,' zei hij, 'misschien vinden we daar wel vriendjes voor je.' 'Daar mag je niet komen,' zei het konijn op het deken, 'dat is ons clubhuis en je moet eerst lid worden van de club en het wachtwoord kennen' 'En hoe kan ik lid worden?' vroeg de wasbeer. 'Door lidgeld te betalen natuurlijk, door het clublied van buiten te leren én door het wachtwoord te achterhalen.'

 

Ow dacht wasbeer dat is best wel heel veel. En ook zeer belangrijk kan ik dat allemaal wel?
De piloot vond het ook best veel en dacht laat ik helpen door naar het lidgeld te vragen, misschien heb ik het wel.
En wat zijn de kosten van het lidgeld?

 

Het konijn haalde een notaboekje tevoorschijn. ‘Eens kijken in de inventaris wat we nog niet hebben,’ zei hij en bladerde door het boekje. ‘Borden…hebben we, tassen ook, teeveetje staat er ook al in ons clubhuis, er ligt een tapijt…radiootje…dat hebben we nog niet. Als je een radio voor ons hebt dan is het lidgeld betaald.’ Wasbeer had geen radio en hij vreesde dat lid worden van de club er niet in zat. Hij liet zijn hoofdje zakken maar de piloot klopte hem bemoedigend op zijn schouder. ‘Ik heb een radio,’ zei hij, ‘in het vliegtuig zit er één.

 

Kom dan gaan we die halen. Wasbeer was helemaal van slag kreeg hij nou echt een radio van de piloot?
Samen liepen ze naar het vliegtuig daar haalde de piloot zijn reserve radio tevoorschijn hier die is voor jou.
Wasbeer huilde van geluk, en bedacht dat dit wel een hele echte goede vriend voor hem was.

 

Bij kwam de wasbeer met de radio bij konijn. En kan je me dan vertellen hoe het clublied gaat? Ik heb gelukkig een goed geheugen. Dat moet ook wel zei Geit, want ons clublied bestaat uit tien coupletten. tien coupletten zei Wasbeer Kop op zei de piloot ik help je wel!